Je weet, dat de meeste werkwoorden met de (fe)esttenten-regel vervoegd worden. Werkwoorden die tot de modale werkwoorden horen, veranderen echter van vorm.
Allereerst de vertaling van de werkwoorden:
dürfen = (iets) mogen müssen = moeten
können = kunnen wollen = willen
mögen = houden van / lekker vinden wissen = weten
Nu leer je hoe je ze vervoegt:

Kernmerken:
- Enkelvoud verandert van klinker, zoals dürfen wordt darf.
- Het brilletje: ich en er/sie/es hebben dezelfde vervoeging, zoals ich darf en er darf. Er komt geen uitgang achter, dus niet ich darfe of er darft.
- Voltooid deelwoord heeft een aangepaste vorm, zoals gedurft.